Door de toename van inschrijvingen als ZZP’er in de KVK is de schijnzelfstandigheid de laatste jaren gegroeid, ook in branches als de kinderopvang, onderwijs en de zorg. Schijnzelfstandig zijn betekend dat iemand niet voldoet aan de regelgeving van het ZZP’er zijn. Een ZZP’er dient namelijk volledig zelfstandig en vervangbaar te zijn, zelfstandig te bepalen hoe werkzaamheden worden ingericht, waar deze worden gedaan en dit met eigen middelen/gereedschappen doet en vooral: zonder gezagsverhouding.
In diverse branches is echter altijd een gezagsverhouding bij de meest voorkomende functies op de werkvloer en is er ook een organisatiestructuur waarbinnen alle mensen moeten werken. Men werkt dus niet zelfstandig en wordt beschouwd als schijnzelfstandig. In deze functies kan men alleen werken met een dienstverband.
Europese aanpak schijnzelfstandigheid
Ook is er een toename van schijnzelfstandigheid door de platformeconomie of platformwerk.
SCP : De meest zichtbare vormen van platformwerk zijn het bezorgen van maaltijden en het aanbieden van taxiritten. Maar platformwerkers zijn bijvoorbeeld ook mensen die online klussen uitvoeren op internationaal opererende platformen en mensen die werken in de horeca, schoonmaak en zorg.
Bekende voorbeelden zijn Uber en Deliveroo maar ook in onderwijs, zorg en kinderopvang is er een toename aan platforms. In Nederland zijn er ook rechtszaken aanhangig gemaakt tegen Deliveroo en Uber, waarbij in beide zaken de rechter heeft geoordeeld dat er sprake was van gezagsverhouding. Deliveroo heeft inmiddels aangekondigd de activiteiten te staken in Nederland.
Minister Van Gennip (SZW) heeft met Europese collega’s op 17 oktober een brief ondertekend voor een effectieve aanpak van schijnzelfstandigheid bij platformwerk.
Minister Van Gennip: “Zelfstandig ondernemers leveren een belangrijke bijdrage aan Nederland. Maar waar sprake is van schijnzelfstandigheid bedreigt dat de eerlijke concurrentie tussen werkenden en tussen werkgevers. De risico’s daarvan komen terecht bij werkenden. Dat ondermijnt ons sociale stelsel en kan voor hen grote gevolgen hebben. Ook in Europees verband wordt gezien dat schijnzelfstandigheid, zeker ook rondom platformwerk, aangepakt moet worden. Ik vind het belangrijk dat er snel regels komen om schijnzelfstandigheid in de platformsector effectief tegen te gaan.”
Met de voorgestelde regelgeving zijn platforms, en niet werknemers, straks verantwoordelijk om aan te tonen of iemand daadwerkelijk als zzp’er werkt of in een normaal dienstverband zit. Een belangrijke stap om die werkenden beter te beschermen.
Aanpak schijnzelfstandigheid in Nederland
Handhaving van de wet DBA is in 2016 opgeschort. De huidige plannen zijn deze handhaving pas vanaf 2025 te hervatten, met verbeterde wetgeving.
Tijdens het debat met de Kamercommissie voor Sociale Zaken over de arbeidsmarkt heeft minister Van Gennip echter toegezegd om te kijken of er in de kinderopvang, zorg en onderwijs al eerder maatregelen genomen kunnen worden om de schijnzelfstandigheid aan te pakken. Dit in antwoord op vragen van Marijke van Beukering (D66) om specifiek in de kinderopvang dit probleem aan te pakken wegens de enorme toename van schijnzelfstandigen.